curvatuur
- cur·va·tuur
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | curvatuur | curvaturen |
verkleinwoord | curvatuurtje | curvatuurtjes |
de curvatuur v
- Het woord 'curvatuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "curvatuur" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ curvatuur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be