cuit
vervoeging van |
---|
cuire |
cuit
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van cuire
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van cuire
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van cuire
cuit
- voltooid (verleden) deelwoord van cuire
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | cuit | cuits |
vrouwelijk | cuite | cuites |