Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cryp·to·koorts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cryptokoorts
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cryptokoortsv / m

  1. de zeer grote behoefte om geld te steken in cryptomunten
    • Mensen met cryptokoorts kopn bijvoorbeeld Bitcoins. 

Gangbaarheid