Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cri·sis·drei·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord crisisdreiging crisisdreigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de crisisdreigingv

  1. noodsituatie die in het vooruitzicht is gesteld
     Het videogesprek was het eerste onderhoud sinds juli tussen beide leiders. Amerikaanse media spraken van een test voor Biden. Woordvoerders zeiden vooraf dat de presidenten zouden hameren op de 'rode lijnen': waar wat hen betreft de grenzen liggen in de crisisdreiging rond Oekraïne.[1]
     Afgelopen weekend hadden Kamerleden al contact om een compromis te zoeken. VVD-staatssecretaris Harbers overlegde vanmiddag met de woordvoerders asielbeleid van de vier fracties. "Het zit nog muurvast", zegt NOS-verslaggever Ron Fresen. "Het kruipt beetje bij beetje naar een crisisdreiging."[2]
     De Tweede Kamer was al met kerstreces en nog hield het niet op. Eerst was er die vrijdag na de laatste vergaderdag van de Tweede Kamer, toen plotseling Femke Halsema van GroenLinks aankondigde dat zij na het reces niet meer terugkwam aan het Binnenhof. En de dinsdag daarna was er zelfs nog weer even een crisisdreiging voor het nog maar amper aangetreden nieuwe kabinet, toen de Eerste Kamer premier Rutte erbij wilde roepen om een conflict over het Belastingplan voor volgend jaar uit te vechten. Er zijn jaren aan het Binnenhof geweest, dat het qua memorabele momenten ongeveer bij zo'n score per jaar bleef.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Good to see you', maar Biden dreigt Poetin ook met sancties om Oekraïnecrisis” (Dinsdag 7 december 2021, 18:21), NOS
  2.   Weblink bron “Coalitieoverleg kinderpardon muurvast, spanning loopt op” (Maandag 28 januari 2019, 18:18), NOS
  3.   Weblink bron
    Toof Brader
    “Den Haag en de zekerheid van onzekere tijden” (Donderdag 30 december 2010, 12:21), NOS