• crime·figh·ter
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord crimefighter crimefighters
verkleinwoord

de crimefighterm

  1. iemand die misdadigers probeert te vangen
     De Teevendeal ging niet over geld, maar over informatie. Teeven vocht zelfs binnen het OM tegen zijn bazen om een deal met Cees H. te kunnen maken. Het zou naïef zijn te denken dat 'crimefighter' Teeven zoiets louter zou doen om een crimineel aan een financieel voordeel te helpen. Met enig respect voor Teevens ambtsgeheim had de commissie-Oosting ook kunnen onderzoeken of er in de tien grootste drugszaken van Teeven sporen zijn terug te vinden van informatie die Cees H. verstrekt zou kunnen hebben. Een ingewikkeld onderzoek, maar toch… Nu redeneert Oosting dat alleen Teeven kan vertellen over die informatie. "Als Teeven de tegenprestatie wil delen, dan had hij dat ook met de commissie kunnen doen."[2]
     Keiko Fujimori richt zich op dezelfde thema's als haar vader: economie en veiligheid. Ze heeft de oud-burgemeester van New York, Rudy Giuliani, ingehuurd als 'crimefighter'. Ze stelt voor om de criminaliteit met harde hand aan te pakken en is ondermeer voor invoering van de doodstraf. Haar economische programma krijgt de goedkeuring van het bedrijfsleven en buitenlandse investeerders.[3]


  1. crimefighter op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “'Aannemelijk dat Cees H. waardevolle inlichtingen gaf aan Teeven'” (Woensdag 16 december 2015, 00:11), NOS
  3.   Weblink bron
    Marc Bessems
    “Dochter dictator favoriet verkiezingen Peru” (Zaterdag 4 juni 2011, 12:52), NOS