crèmerie
  • crè·me·rie
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord crèmerie crèmeries
verkleinwoord

de crèmeriev

  1. winkel waar men roomijs kan kopen
     Op bewakingsbeelden is een man te zien die zondagavond Cremerie Francois bezocht.[1]
     Bij Morgenstern’s Finest Ice Cream kregen ze na een voedselinspectie het bevel al hun bakken ‘coconut ash ice cream’ weg te gooien. Bij de crèmerie stonden twee zomers geleden nog lange wachtrijen om het zwarte ijs te proeven, ook onze redacteur ging toen aanschuiven en proeven.[2]
  1.   Weblink bron “500 ijsjes voor vangen fietsendief” (18 dec. 2018), De Telegraaf
  2.   Weblink bron
    vva, edm
    “Zwarte ijsjes zijn hip, maar verboden in New York” (05/07/2018), De Standaard