courantheid
- Geluid: courantheid (hulp, bestand)
- cou·rant·heid
- geen meervoud, afgeleid van courant met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | courantheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de courantheid v
- het courant zijn
- Het woord courantheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.