counselen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- coun·se·len
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
Werkwoord
counselen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
counselen |
counselde |
gecounseld |
zwak -d | volledig |
- op een professionele manier iemand in een gesprek advies geven
- Als taalbeheersers dan al aandacht aan mondelinge vaardigheid zouden moeten besteden, dan dienden ze zich uitsluitend te richten op de (retorische) monoloog. De op zichzelf, vanuit praktisch oogpunt, wel zinnige studie van formele professionele gespreksvoering - zoals interviewen en counselen - wilde aanvankelijk met name ‘Utrecht’ aan sociaal-psychologen overlaten, die hiervoor ook al een interactie-analytisch descriptiesysteem hadden ontwikkeld (zie Bax en Berenst 1993 voor een overzicht van de verschillende benaderingen in de gespreksanalyse die hier intussen terloops genoemd zijn). [1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord counselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "counselen" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Antoine Braet (1994)– [tijdschrift] Forum der Letteren Een kwart eeuw Nederlandse taalbeheersing
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be