coronaquarantaine

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·ro·na·qua·ran·tai·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coronaquarantaine coronaquarantaines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de coronaquarantainev / m

  1. (medisch) een quarantaine om de verspreiding van en besmetting door een coronavirus tegen te gaan
    • Na aankomst in het land moesten reizigers verplicht twee weken in coronaquarantaine.