controledienst
- con·tro·le·dienst
- samenstelling van controle zn en dienst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | controledienst | controlediensten |
verkleinwoord |
de controledienst m
- organisatie die checkt of alles wel goed is verlopen
- ▸ De Kamer nam geen genoegen met het antwoord waarop Opstelten de interne controledienst, de Auditdienst Rijk (ADR), om een onderzoek vroeg.[1]
- ▸ S. werd in 2012 ook al geschorst, volgens De Telegraaf na een klacht over ongewenst gedrag. In die tijd was hij plaatsvervangend commandant bij de Defensie IT-organisatie Ivent. De afgelopen twee jaar was hij directeur van de controledienst bij het ministerie van Financiën.[2]
- ▸ Sinds 2008 werkt de Belastingdienst met een nieuwe controledienst. De dienst gaat bij steeds meer bedrijven uit van vertrouwen. Er komt bij die bedrijven meestal geen controleur meer om de boeken controleren. De fiscus benadrukt dat dat nog maar voor een beperkt deel van de bedrijven geldt.[3]
- Het woord controledienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Politie heeft onvoldoende zicht op eigen afluisterpraktijk'” (Vrijdag 12 februari 2016, 15:48), NOS
- ↑ Weblink bron “Ontslag generaal om misdragingen” (Maandag 7 juli 2014, 08:29), NOS
- ↑ Weblink bron “'Bedrijfscontrole fiscus faalt'” (Zaterdag 16 juni 2012, 10:18), NOS