computerruimte
  • com·pu·ter·ruim·te
enkelvoud meervoud
naamwoord computerruimte computerruimtes
computerruimten
verkleinwoord

de computerruimtev

  1. deel van een gebouw waarin de computers staan opgesteld
     Het instrumentarium om satellietdata te ontvangen was in de hoofdcomputerruimte geperst en drie terminals gaven de informatie weer die de drie satellieten verzonden.[1]
     ' Mijn bed blijkt een stapelbed te zijn in een computerruimte waar nog een zestal andere journalisten aan het snurken is.[2]
     In de Britse stad Gloucester is een school gesloten omdat ze overrompeld werd door giftige spinnen. De achtpotigen zitten onder meer in de computerruimte van de Dean Academy. Dat meldde de BBC woensdag.[3]
  1. Liu Cixin
    “Het drielichamen probleem” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645798
  2. “Kamermeisjes en soldaten” (2021), Nijgh & van Ditmar  , ISBN 9789038810676
  3.   Weblink bron “Britse school gesloten door invasie van giftige spinnen” (Donderdag 24 oktober 2013 om 02:02), De Standaard