Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·bi·na·tie·klem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord combinatieklem combinatieklemmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de combinatieklemv / m

  1. (psychologie) benauwend gevoel dat ontstaat als men teveel dingen tegelijkertijd moet doen
  2. klem met meerdere functies

Gangbaarheid