Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • coat
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
coaten

coat

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van coaten
  2. gebiedende wijs van coaten

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
coat coats

Zelfstandig naamwoord

coat

  1. jas