co-president
- co-pre·si·dent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | co-president | co-presidenten |
verkleinwoord |
de co-president m
- Iemand die samen met iemand anders de voorzitter of direkteur is.
- Sommige verenigingen hebben twee voorzitters die ieder de titel van co-president mag voeren.
- Het woord 'co-president' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.