Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clas·si·ca
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord classica classica's
verkleinwoord classicaatje classicaatjes

Zelfstandig naamwoord

de classicav

  1. een beoefenaarster van de klassieke talen
    • De classica had veel kennis van het Latijn. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be