ciseleuse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ci·se·leu·se
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ciseleren met het achtervoegsel -euse
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ciseleuse | ciseleuses |
verkleinwoord | ciseleusetje | ciseleusetjes |
Zelfstandig naamwoord
de ciseleuse v
Gangbaarheid
- Het woord 'ciseleuse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.