chtimi
- afgeleid van chti, een bijnaam voor bewoners van het uiterste noorden van Frankrijk, waar oorspronkelijk Nederlands werd gesproken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | chtimi | chtimis |
vrouwelijk | chtimie | chtimies |
- (informeel) afkomstig van of met betrekking tot het uiterste noorden van Frankrijk
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
chtimi | le chtimi | - | - |
chtimi m