Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chef·fin
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van chef met het achtervoegsel -in
enkelvoud meervoud
naamwoord cheffin cheffinnen
verkleinwoord cheffinnetje cheffinnetjes

Zelfstandig naamwoord

de cheffinv

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van chef: het hoofd, de leider de baas, de manager.
    • Een cheffin hebben is voor veel mannen niet makkelijk. 

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be