enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  chasse     la chasse     chasses     les chasses  

chasse v

  1. jacht
  2. achtervolging
  3. waterspoeling
  4. speelruimte
  5. (militair) jachtvliegerij
  6. letterbreedte
vervoeging van
chasser

chasse

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van chasser
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van chasser
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van chasser