• cham·ber
enkelvoud meervoud
chamber chambers

chamber

  1. algemeen vertrek, zaal, grote kamer in een publiek gebouw
  2. slaapkamer, slaapvertrek in een luxueus hotel
    «He had diner served in his chambers
    Hij liet zijn diner in zijn slaapvertrek serveren.
  3. (politiek) kamer; afdeling van een politiek institute
    «Some constitutional scholars consider a second chamber a redundancy in a democracy.»
    Er zijn geleerden van het grondwettelijk recht die een tweede kamer in een democratie als een overbodigheid zien.
  4. (scheikunde) kamer; een afgesloten ruimte waarin een reactie plaats vindt.
    «Sulfuric acid was produced in the lead chamber process.»
    Zwavelzuur werd in het lodenkamerproces vervaardigd.
  5. (juridisch) in ~s zonder tussenkomst van een hof. In de werkkamer van de rechter
    «The decision was issued in chambers
    De rechter besloot zonder hofzitting.
  6. (militair) kamer in een vuurwapen
    «A revolver typically has six chambers
    Een revolver heeft gewoonlijk zes kamers.
  7. po, pot (kort voor chamber pot)