• IPA:
    • (Noord-Italië): /ˌkazaˈliŋga/
    • (Zuid-Italië): /ˌkasaˈliŋga/
  • ca·sa·lin·ga
  • Gesubstantiveerde vrouwelijke vorm van casalingo (in verband met het huis).
enkelvoud meervoud
casalinga casalinghe

casalinga v

  1. huisvrouw