carbidbom
- car·bid·bom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carbidbom | carbidbommen |
verkleinwoord |
- een ontploffing bij het carbidschieten door verkeerd gebruik van de materialen
- Door de carbidbom lagen de ruiten van de naastgelegen panden eruit.
- Het woord 'carbidbom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.