• can·zo·net·ta
  • uit het Italiaans
enkelvoud meervoud
naamwoord canzonetta canzonetta's
verkleinwoord

de canzonettav / m

  1. (muziek) instrumentaal deel van een muziekstuk dat lijkt op een lied
     Niettemin werd opus 35 een van de grote uitdagingen voor iedere topviolist. Niet alleen het onstuimige, hartstochtelijke Allegro waarmee het concert begint. Of de virtuoze Finale waarmee het eindigt. Maar ook het middendeel, het intieme Canzonetta. Volgens Jansen het hart van het concert: „Voor mij gaat er niets boven dat moment van rust, waarin Tsjaikovski diepe emoties aan een gevoel van ruimte en eenvoud koppelt.”[1]
     Van Buxtehude klinken diens Praeludium d (BuxWV 140) en Canzonetta G (BuxWV 171). Van Böhm speelt Ardesch het koraalvoorspel ”Herr Jesu Christ, dich zu uns wend’” en het Praeludium, Fuga en Postludium g.[2]
25 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron “Janine Jansen speelt als kind van de natuur” (27-10-2008), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Cor Ardesch concerteert in Cunerakerk Rhenen” (15-06-2019), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be