Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·í·da
enkelvoud meervoud
caída caídas

Zelfstandig naamwoord

caída v

  1. daling, val, het vallen
  2. helling
  3. fiasco
  • una caída de la presión sanguínea
een bloeddrukdaling
Synoniemen

Verwijzingen