• IPA: /ˌse.ʒe.ˈtist/
  • cé·gé·tis·te
  • Afgeleid van het acroniem CGT (uitgesproken als cé-gé-té) met het achtervoegsel -iste.
  enkelvoud meervoud
  mannelijk  /
  vrouwelijk  
cégétiste cégétistes

cégétiste

  1. (politiek) te maken hebbend met de Franse vakbond CGT (Confédération Générale du Travail, "Algemeen Arbeidsverbond")
    «Les revendications cégétistes
    De eisen van de CGT.
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  cégétiste     le/la cégétiste     cégétistes     les cégétistes  

cégétiste m/v

  1. (politiek) een (militant) lid van de Franse vakbond CGT (Confédération Générale du Travail, "Algemeen Arbeidsverbond")
    «C'est un vieux cégétiste pur et dur.»
    Hij is een oude, onvervalste CGT'er.