butterscotch op ijs
  • but·ter·scotch
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord butterscotch butterscotches
verkleinwoord

de butterscotchm

  1. snoepgoed gemaakt van boter, suiker en chocolade
     Naast jenever verkoopt Bols ook likeuren die als basis dienen voor cocktails. De likeuren komen in allerlei smaken als watermeloen, butterscotch, pepermunt, groene thee en yoghurt. Bols verwacht de komende tijd te kunnen profiteren van de wereldwijde groei van de cocktailmarkt.[2]
     De patisserie experimenteert ook met smaken. Zo werd er dit jaar een butterscotch/zeezout-variant gemaakt. "Heel erg smakelijk", zegt Lindeboom. "Die is ook erg populair geworden."[3]


  1. butterscotch op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Jenevermaker Bols wil naar de beurs” (Donderdag 8 januari 2015, 08:32), NOS
  3.   Weblink bron “We verorberen 22 miljoen chocoladeletters” (Zaterdag 5 december 2015, 07:31), NOS