burn
burn
- brandplek, brandwond, verbranding
- (figuurlijk) snedige opmerking, geestig bedoelde belediging van iemand
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to burn |
he/she/it | burns |
verleden tijd | burned burnt |
voltooid deelwoord |
burned burnt |
onvoltooid deelwoord |
burning |
gebiedende wijs | burn |
burn
- onovergankelijk branden [1], verbranden [1]
- overgankelijk in brand steken, verbranden [2]