buitenhangen
- bui·ten·han·gen
- samenstelling van buiten bw en hangen ww
buitenhangen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
buitenhangen |
hing buiten |
buitengehangen |
klasse 7 | volledig |
- iets ophangen in de buitenlucht
- het buitenhangen van de vuile was
openbaren wat er fout is gegaan
- ∗ Hoewel de directies en medici de regering regelmatig waarschuwen voor de mogelijke gevolgen van de tekorten, zijn ze voorzichtig met het buitenhangen van de vuile was. De pers is niet welkom en interviews over het gevoelige onderwerp worden uit de weg gegaan[2]
- Het woord buitenhangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Harmen Boerboom“Surinaamse gezondheidszorg in zwaar weer, medici dreigen met acties” (Maandag 13 augustus 2018, 07:29), NOS