buitenaanzicht
- bui·ten·aan·zicht
- samenstelling van buiten en aanzicht [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenaanzicht | buitenaanzichten |
verkleinwoord | buitenaanzichtje | buitenaanzichtjes |
het buitenaanzicht o
- afbeelding van iets zoals het er van buiten bekeken uitziet
- Het woord buitenaanzicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.