Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bu·gru
Woordherkomst en -opbouw
  • Surinaams-Nederlands
enkelvoud meervoud
naamwoord bugru bugru's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bugru

  1. (seksualiteit) balletjes die onder de huid van de penis worden geïmplanteerd
  2. (techniek) grote kogel uit een kogellager, in gebruik als werpknikker bij knikkerspel

Gangbaarheid