• bu·fen
  • buuf met uitgang -en

de bufenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buuf
    • In dat soort gevallen zijn Marokkaanse bufen geweldig! [1]


vervoeging van
bufar

bufen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van bufar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van bufar