brul uit
- brul uit
uit brul (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
uitbrullen |
brul (...) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbrullen
- Ik brul uit.
- gebiedende wijs van uitbrullen
- Brul uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbrullen
- Brul je uit?
- Het woord brul uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.