Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brood·ro·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

broodroven [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
broodroven
broodroofde
gebroodroofd
zwak -d volledig
  1. het plegen van broodroof
  2. iemand werkeloos maken zodat iemand niet meer in zijn eigen onderhoud kan voorzien

Zelfstandig naamwoord

de broodrovenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord broodroof

Gangbaarheid

Verwijzingen