brengen thuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brengen thuis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɛŋə(n) ˈtœys / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bren·gen thuis
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
thuisbrengen |
brengen (…) thuis
- meervoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen
Gangbaarheid
- Het woord brengen thuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.