• breek door
vervoeging van
doorbreken

breek door

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbreken
    • Ik breek door. 
  2. gebiedende wijs van doorbreken
    • Breek door! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorbreken
    • Breek je door?