Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brandt na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nabranden

brandt (...) na

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabranden
    • Jij brandt na. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabranden
    • Hij brandt na. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van nabranden
    • Brandt na! 

Gangbaarheid