Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brach·ten voort
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voortbrengen

brachten (…) voort

  1. meervoud verleden tijd van voortbrengen
    • Wij brachten voort. 
    • Jullie brachten voort. 
    • Zij brachten voort. 

Gangbaarheid