brachten over
- brach·ten over
vervoeging van |
---|
overbrengen |
brachten over
- meervoud verleden tijd van overbrengen
- Wij brachten over.
- Jullie brachten over.
- Zij brachten over.
- Wij brachten over.
- Het woord brachten over staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.