Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bracht rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondbrengen

bracht rond

  1. enkelvoud verleden tijd van rondbrengen
    • Ik bracht rond. 
    • Jij bracht rond. 
    • Hij, zij, het bracht rond. 


Gangbaarheid