bouwde na
- bouw·de na
vervoeging van |
---|
nabouwen |
bouwde na
- enkelvoud verleden tijd van nabouwen
- Ik bouwde na.
- Jij bouwde na.
- Hij, zij, het bouwde na.
- Ik bouwde na.
- Het woord bouwde na staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.