boundary

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
boundary boundaries

Zelfstandig naamwoord

boundary

  1. begrenzing, scheidslijn tussen twee gebieden
  2. (sport) (cricket) gemarkeerde rand van het speelveld
  3. (sport) (cricket) slag waarbij de bal de rand van het speelveld bereikt of overschrijdt