bostel
- bos·tel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bostel | - |
verkleinwoord | - | - |
- uitgetrokken, afgewerkt mout, bestaande uit de bolsters en de onoplosbare bestanddelen, dat als veevoer gebruikt wordt
- Het woord bostel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bostel" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bostel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be