• bost
vervoeging van
bossen

bost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bossen
    • Jij bost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bossen
    • Hij bost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bossen
    • Bost! 
22 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be