borstklier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  borstklier    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• borst·klier

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  borst zn  en  klier zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	borstklier	borstklieren
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de borstklier v / m

1. (anatomie) elk van de trosvormige kliergroepen die de moedermelk bij zoogdieren uit het bloed afscheiden

Afgeleide begrippen

• borstklierontsteking

Gangbaarheid

• Het woord borstklier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.