• bord·spe·len
  •  bordspel zn  met de uitgang -en en klinkerwisseling e - ee (IPA /ɛ/ - /e/ ), zie Opmerkingen

de bordspelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bordspel
    • Dammen en schaken zijn bordspelen. 
    • Ganzenborden en mens-erger-je-niet zijn allebei bordspelen. 
  • Als het gaat om bordspel in de betekenis "spelbord en toebehoren" of "potje of partijtje van een spel met een spelbord" is het meervoud bordspellen [1]