bordspellen
- Geluid: bordspellen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔrtspɛlə(n) / (3 lettergrepen)
- bord·spel·len
de bordspellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bordspel
- De bordspellen stonden op elkaar gestapeld in een hoek van de kamer.
- Het bleef de hele dag regenen en in de kast lagen alleen drie bordspelen: ganzenbord, halma en mens-erger-je-niet. Na zeker twintig bordspellen gingen ze zich daarom toch vervelen.
- Bordspellen is het meervoud van bordspel in de betekenis "spelbord en toebehoren" of "potje of partijtje van een spel met een spelbord". In andere betekenissen is het meervoud bordspelen [1]
- Het woord bordspellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Spellen / spelen op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2019-01-23