Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boots·ten na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nabootsen

bootsten (…) na

  1. meervoud verleden tijd van nabootsen
    • Wij bootsten na. 
    • Jullie bootsten na. 
    • Zij bootsten na. 

Gangbaarheid