bonjourden weg
- bon·jour·den weg
- uit bonjourden (werkwoord) en weg, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
wegbonjouren |
bonjourden (...) weg
- meervoud verleden tijd van wegbonjouren
- Wij bonjourden weg.
- Jullie bonjourden weg.
- Zij bonjourden weg.
- Wij bonjourden weg.
- Het woord bonjourden weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.