bondel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bondel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bon·del

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bondel	bondels
verkleinwoord	bondeltje	bondeltjes

Zelfstandig naamwoord

de bondel m

1. bundel

Gangbaarheid

• Het woord bondel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.