bond om
- bond om
vervoeging van |
---|
ombinden |
bond om
- enkelvoud verleden tijd van ombinden
- Ik bond om.
- Jij bond om.
- Hij, zij, het bond om.
- Ik bond om.
- Het woord bond om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
ombinden |
bond om